Aantjes, Willem
Bleskensgraaf 16 januari 1923
Utrecht 22 oktober 2015
Antirevolutionair politicus
Willem Aantjes
(Foto: Hans Peters / Anefo – Nationaal Archief)
‘Veel mensen,’ schrijft historicus Roelof Bouwman in zijn biografie van Aantjes, ‘weten nog precies waar ze waren toen ze het nieuws op die zesde november 1978 hoorden.’ Om vijf uur ’s middags meldde het ANP dat mr. Willem Aantjes, de fractievoorzitter van het CDA, in de oorlog ‘lid was geweest van de SS’. ’s Avonds gaf Loe de Jong, directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, in een emotionele, rechtstreeks op de beide televisienetten uitgezonden persconferentie, tekst en uitleg. Nederland was geschokt. Aantjes trad een dag later af. Zelden was een politicus zo plotseling zo diep gevallen.
    Willem Aantjes werd in 1923 geboren in Bleskensgraaf, een dorp in de Alblasserwaard. De ‘Gereformeerde Bond tot verbreiding en verdediging der waarheid’ in de Nederlandse Hervormde Kerk had hier veel aanhangers. De bond verenigde orthodoxe calvinisten die, anders dan de volgelingen van Abraham Kuyper, binnen de hervormde kerk waren gebleven. Ook het gezin Aantjes behoorde tot de gereformeerde bond.
    Vader Klaas Aantjes was een ambitieuze autodidact die zich in Bleskensgraaf opwerkte van postkantoorhouder tot wethouder. Later werd hij burgemeester van Hendrik-Ido-Ambacht. Zoon Wim was even ambitieus. Na één jaar mulo-school in Sliedrecht ging hij in 1936 naar het Rotterdamse Marnix-gymnasium. In 1942 deed hij eindexamen. In juli 1943 werd Aantjes, werkzaam op het postkantoor van Dordrecht, voor de Arbeidsinzet opgeroepen. Op aandrang van de directeur die hem voorhield dat anders een getrouwde collega moest gaan, gaf hij aan de oproep gehoor. Aantjes kwam in het Mecklenburgse stadje Güstrow terecht.
    Eenzaamheid, een knagend geweten en een conflict met een notabele nazi brachten hem tot een noodsprong. Hij meldde zich aan bij de Germaanse SS, in de veronderstelling dat die, anders dan de Waffen SS, voor ‘burgerdiensten’ opleidde. De opleiding zou in Nederland plaatsvinden. Daar zou hij de benen proberen te nemen. Van burgerdiensten bleek geen sprake. ‘Ik kreeg de indruk dat ik in militaire dienst werd geroepen.’ Aantjes weigerde hiertoe een formulier te ondertekenen en werd overgebracht naar Drenthe, waar hij loopgraven en tankvallen moest graven. Begin april 1945 werd de provincie bevrijd. Door de Politieke Opsporingsdienst aan de tand gevoeld, verzweeg Aantjes zijn aanmelding bij de Germaanse SS. Dit deed hij ook toen hij zich in september 1945 bij de Utrechtse rechtenfaculteit inschreef.
    Na zijn afstuderen in 1952 werd Aantjes werkzaam voor de Nederlandse Christelijke Aannemers- en Bouwvakpatroonsbond. In 1959 werd hij kamerlid voor de ARP, opererend op de rechtervleugel van de partij. In 1967 werd hem het ministerschap van Volkshuisvesting aangeboden. Hij bedankte wegens gezondheidsredenen, maar geruchten over een oorlogsverleden speelden eveneens een rol. In 1972 werd Aantjes fractievoorzitter en ontpopte zich als een bevlogen pleitbezorger van een progressieve evangelische beginselpolitiek. Die zag hij onvoldoende tot uiting komen in het CDA, de christelijke fusiepartij-in-wording.
    Toen Aantjes tijdens de ellenlange kabinetsformatie van 1977 voor een ministerspost werd benaderd, staken opnieuw verhalen over ‘fout’ gedrag tijdens de bezettingsjaren de kop op. Aantjes werd geen minister. Nadat het ook door hem vurig gewenste tweede kabinet-Den Uyl van de baan was, formeerden Van Agt en Wiegel een rechts-confessioneel kabinet. Samen met zes andere fractieleden, ‘loyalisten’ genaamd, wenste Aantjes het slechts te ‘gedogen’.
    Eind oktober 1978 ontving het RIOD een tip over Aanjes’ oorlogsverleden. Haastig, onvolledig onderzoek deed directeur De Jong in de fout gaan. Hij verklaarde dat Aantjes tot de Waffen SS was toegetreden. Een dag na de onthulling, 7 november 1978, maakte Aantjes zijn aftreden bekend, benadrukkend dat hij lid was geweest van de Germaanse SS. Dit werd bevestigd door een onderzoekscommissie. Een terugkeer in de politiek bleek echter onmogelijk. Ook vooraanstaande functies in het publieke domein waren niet meer voor Aantjes weggelegd.

Peter Bak, voor Protestant.nl
31 oktober 2008

R. Vermaas, Willem Aantjes (Amsterdam 1977)
R. Bouwman, De val van een bergredenaar. Het politieke leven van Willem Aantjes (2002)
Collectie-Aantjes, Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) van de Vrije Universiteit

> Peter Bak, ‘Op twee lettertjes na. De val van Willem Aantjes
Print: ‘Aantjes, Willem’

Print: ‘Aantjes, Willem’

© Bak schrijft !     |     Historicus, schrijver en redacteur Peter Bak